Het Zelfmoordspel nader uitgelegd.

Rechts een overzicht van het uitgepakte spel met de 110 speelkaarten, de spelregels en de luxe verpakking. Klik op de foto voor een uitvergroting. Hieronder leggen we uit wat het zelfmoordspel inhoudt. Om te beginnen de 30 seconden durende video. Daaronder een nadere uitleg over de verschillende kaarten uit het zelfmoordspel. Als je dan nog steeds vragen hebt, mag je ons gerust een berichtje sturen.

Zelfmoordspel in 30 seconden

De allerkortste uitleg van het zelfmoordspel. Maar 30 seconden is eigenlijk net te kort. Wil je meer weten? Lees dan hieronder verder.

De Karakterkaart

Je karakterkaart is je opdrachtkaart. Niet iedereen is hetzelfde, dus zal niet iedereen op dezelfde wijze zelfmoord plegen. Er zijn in totaal negen verschillende karakters:
De dokter: heeft een hekel aan geweld en zal nimmer zelfmoord plegen met een pistool/
Het model: moet mooi blijven, zelfs na haar dood en wil dus alleen pillen of een touw een einde aan haar leven maken.
De kok: wil zijn messenset mee in het graf. Zal daarom nooit het mes gebruiken voor zijn laatste gang.
De priester: als je toch zondigt, maakt het niet meer uit hoe je er een einde aan maakt. Elke methode is geoorloofd.
De piloot: zal nooit pillen gebruiken, want dat is niet zijn stijl.
De boer: heeft hoogtevrees, dus springen van een toren zit er voor de boer niet in.
De klusser: zal voor zijn laatste opdracht geen touw gebruiken.
De illusionist: wil voor zijn laatste verdwijntruc alleen zijn eigen rekwisieten gebruiken, dus wel mes, touw, of pistool, maar geen pillen of toren.
De barman: had zich het liefst doodgedronken, maar ja…

Verder is niet iedereen even sterk: zo zal het model al genoeg hebben aan 10 piekerpunten om zelfmoord te plegen, terwijl bij de priester de bom pas barst bij 18 piekerpunten.

De Moordwapenkaart

Er zijn 5 verschillende zelfmoordwapens. Je moet hiervan een set sparen die bij je karakter past. Op elke kaart staat aangegeven hoeveel er nodig zijn voor een complete set. Met 5 pillen, 4 messen, 3 pistolen, 3 touwen heb je een complete set. De toren is een bijzondere kaart: daar heb je er maar 1 van nodig. Daarom mag je de torenkaart nooit in je hand houden en moet je deze bij de eerste de beste gelegenheid op tafel leggen.

De Stemmingskaart

Op de stemmingskaarten staan de tegenslagen uit het leven: gepest worden, een sterfgeval, oud worden, echtscheiding, pensioen, drank, drugs, hoge werkdruk, zakken voor een examen, een dood huisdier, faillissement, chronische ziekte, je huis brand af, een familieruzie, geluidsoverlast, slapeloosheid en schulden. Op iedere stemmingskaart staat het aantal piekerpunten voor de betreffende tegenslag. Op je karakterkaart staat het aantal piekerpunten aangegeven, waarbij jij tot zelfmoord overgaat.

De Obstructiekaart

Met de obstructiekaart kun je een moordwapenkaart van een tegenstander onschadelijk maken. Een medicijnkast maakt pillen onschadelijk, de steen het mes, de kluis het pistool, de schaar het touw en de sleutel de toren.

De Preventiekaart

Met de preventiekaart kunnen we de stemming van onze tegenspeler opbeuren, zodat ze minder snel zelfmoord zullen plegen. In totaal zijn er 10 verschillende preventiekaarten. Elke preventiekaart maakt 2 piekerpunten van je suïcidale tegenstander onschadelijk.

De Hulpverlenerskaart

Er zijn twee soorten hulpverlenerskaarten: als je een kaart van 113.nl, de huisarts, de crisisdienst GGZ, de psychiater en de gedwongen opname bij een tegenstander neerlegt, mag deze het aangegeven aantal beurten niet aan zijn/haar eigen suïcide werken. De betreffende tegenstander mag zich in zijn beurt alleen inzetten voor de preventie van andermans zelfmoord. Daarnaast zijn er nog 2 bijzondere  preventiekaarten. Deze verwijzen naar een app ter voorkoming van suïcide. Als je deze preventiekaart bij een tegenstander neerlegt, mag je zijn/haar karakterkaart bekijken. Er is een kaart voor Android en een voor de IPhone.

De Spelregels

Start van het spel:
Iedere speler krijgt:
– 1 karakterkaart (mag je alleen zelf zien, ligt gesloten op tafel).
– 7 speelkaarten, die je in de hand houdt.
De overgebleven speelkaarten worden gesloten midden op tafel gelegd. Dit is de pot. De spelers bepalen onderling wie er begint. Speelrichting is met de klok mee.

Bij iedere beurt:
Degene die aan de beurt is pakt 2 kaarten van de pot en legt er 2 weg:
– Bij jezelf leg je de stemmingskaarten en de moordwapens
– Bij de anderen leg je de preventie, obstructie, of hulpverlenerskaart
– Als je niets kan doen, leg je 1 of 2 kaarten open op de stapel naast de pot
– Aan het einde van je beurt heb je weer 7 kaarten in handen.

Stemming:
De stemmingskaarten en de preventiekaarten bepalen samen de stemming. De stemming in piekerpunten wordt bepaald door het aantal punten op de preventiekaarten af te trekken van het totaal van punten op de stemmingskaarten. Het is niet altijd gemakkelijk om in te schatten hoe de totale stemming van een tegenspeler is. Net als in het echte leven, moet je daar actief naar vragen. Uiteraard alleen als je aan de beurt bent.

Moordwapens:
Je mag voor maximaal 2 verschillende moordwapens tegelijk sparen.
Al 2 moordwapens en je wilt toch een ander wapen sparen? Dan moet je de kaarten van één van 1e twee moordwapens weggooien op de stapel naast de pot.
De torenkaart mag je niet in je hand houden, maar moet zodra je kan op tafel worden neergelegd.
Een obstructiekaart mag al neergelegd worden voordat je tegenspeler het bijpassende moordwapen heeft neergelegd. Daarmee kun je verhinderen dat een medespeler op de bijpassende wijze zelfmoord gaat plegen.

Einde van het spel:
Winnaar is degene die het eerste voldoet aan de zelfmoordvoorwaarden van zijn karakterkaart.
Als alle kaarten van de pot op zijn voordat iemand zelfmoord heeft weten te plegen, is natuurlijk iedereen winnaar!